Nieuw btw-ketting 2025: extra info

Vanaf 1 januari 2025 treedt in België de modernisering van de btw-ketting in werking, wat aanzienlijke wijzigingen met zich meebrengt voor btw-plichtigen. De belangrijkste veranderingen zijn:

Verlengde indienings- en betalingstermijnen voor kwartaalaangevers:

De uiterste datum voor het indienen van de periodieke btw-aangifte en de intracommunautaire opgave wordt verlengd naar de 25e dag van de maand volgend op het kwartaal waarop deze betrekking hebben. Voorheen was dit de 20e dag. De betalingstermijn voor de verschuldigde btw wordt eveneens verlengd tot de 25e dag. 

Afschaffing van de btw-rekening-courant en invoering van de Provisierekening btw:

De bestaande btw-rekening-courant wordt vervangen door de Provisierekening btw. Deze nieuwe rekening dient voor het beheer van btw-tegoeden die niet onmiddellijk worden teruggevraagd. Belastingplichtigen kunnen deze tegoeden gebruiken voor toekomstige btw-betalingen of teruggaaf aanvragen via deze rekening. 

Wijzigingen in de teruggaafprocedure:

Vanaf 1 januari 2025 kunnen maandaangevers hun btw-tegoeden maandelijks terugvragen zonder dat een speciale vergunning vereist is; de bestaande vergunning voor versnelde maandelijkse teruggaaf vervalt. Teruggaaf wordt toegekend tegen het einde van de tweede maand voor maandaangiften en de derde maand voor kwartaalaangiften, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. 

Invoering van vervangende btw-aangifte bij niet-indiening:

Bij het niet indienen van de btw-aangifte binnen drie maanden zal de btw-administratie een ‘voorstel van vervangende aangifte’ opstellen. Dit voorstel is gebaseerd op het hoogste bedrag van de betaalpositie in de afgelopen twaalf maanden, met een minimum van €2.100. De belastingplichtige krijgt vervolgens één maand de tijd om de aangifte alsnog in te dienen. 

Strengere sancties bij laattijdige of niet-betaling:

Er worden proportionele boetes ingevoerd bij laattijdige of niet-betaling van de verschuldigde btw, variërend van 5% tot 15%, afhankelijk van de situatie. Bij niet-indiening of laattijdige indiening van de aangifte worden progressieve niet-proportionele boetes opgelegd, afhankelijk van het aantal eerdere overtredingen, variërend van €500 tot €5.000 per aangifte.